-
1 verslikken
〈wederkerend werkwoord; zich verslikken〉1 [verkeerd slikken] avaler de travers2 [+ in][blijken onderschat te hebben] se méprendre (sur qc.)♦voorbeelden:hij verslikte zich in zijn woorden • les mots s'étranglaient dans sa gorge2 de ploeg verslikte zich in de kracht van de tegenstander • l'équipe se méprit sur la force de l'adversaire -
2 zich in een graat verslikken
zich in een graat verslikken
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский